Terugblik: Purcell, genie tussen kerk en majesteit

Inmiddels is een drieluik rondom één thema een mooie traditie geworden in de maand januari van de muzieksalon Spronk. Dit keer heeft Jetje de Britse muziek gekozen om vanuit diverse kanten deze te belichten in een periode dat Groot Brittannië niet weg te denken is in het nieuws.

En dat er juist begonnen wordt met Henry Purcell ( 1659-1695) is logisch: immers met deze beroemde Barokcomponist is er de basis gelegd met wat men nu de echte Engelse muziek noemt.

Jerry Korsmit, dirigent en klavecinist, is uitgenodigd om ons onder te dompelen in de tijd en het muziekleven van het Engeland in de 17e eeuw. Purcell heeft het geluk dat hij geboren wordt na het bewind van Cromwell. Cromwell , de calvinist, die alle muziek en opsmuk heeft verbannen. Na hem komt Charles de tweede aan het bewind: een neef van Lodewijk de 14e die genoten heeft van muziek en het ‘joi de vivre’ aan het hof van Versailles: wat een overgang! En deze koning ( The merry King) treft in zijn koor van de Chapel Royal een heel muzikale jongenssopraan : Henry, die uiteindelijk de hofcomponist zal worden. Al heel jong schrijft deze een compositie ter ere van de verjaardag van de koning.

Korsmit heeft een keur aan prachtige muziekfragmenten uitgekozen om ons te laten genieten van de grote verscheidenheid van deze componist. Purcell is een grote vernieuwer: zelf zei hij hierover: “Poëzie en schilderkunst hebben perfectie bereikt in ons land; muziek bevindt zich hier nog in een jeugdige fase, een kind met talent, dus dat geeft hoop op wat er komen gaat in Engeland…” Nou, daar heeft hij dan met grote ijver aan bijgedragen: zo brengt hij de muziek van Italië (Vivaldi, Corelli) en van Frankrijk (J.B.Lully) over in een eigen stijl in zijn composities voor feesten, verjaardagen, huwelijken en begrafenissen. Alles ter ere van de koning! Maar ook prachtige anthems (cantates) voor de kerk, en drankliederen voor de kroeg (King Arthur). Beroemd wordt hij vooral met zijn semi-opera’s: The Fairy Queen, Dido and Aeneas. Purcell wordt wel de grondlegger van de opera genoemd. Paul Witteman: ‘Purcell is een meester in het vermogen om noten te schrijven, die precies de stemming van het woord kan weergeven’. Jerry laat ons heel geconcentreerd luisteren naar twee verschillende uitvoeringen van de aria van de’ Cold Genius’: op een strak gepunctueerde basso continuo zingt een bas de melodie en daarna een countertenor. De noten zijn van Purcell, maar hier merken en horen we hoe verschillende, beide prachtige interpretaties ons kunnen ontroeren. Wie treft nu het meest ijzige in zijn vertolking?

Purcell bracht ook nieuwe muzikale vormen in zijn composities zoals de A-B-A vorm, later ook wel de Franse ouverture genaamd en de Suite, een reeks opeenvolgende dansen. We luisteren naar een aantal schitterende muziekcreaties, gespeeld op klavecimbel: van een allemande tot de hornpipe ( ja, de horlepiep!). Maar het slot van deze bijeenkomst is het indrukwekkende stuk wat hij schreef voor de uitvaart van Queen Mary: steeds op vier maal vier maten begeleiden trommels en trompetten de kist. Inmiddels wordt dit stuk nu terecht gespeeld bij iedere herdenkingsbijeenkomst van de Eerste Wereldoorlog.

Purcell, veel te jong gestorven, is met deze boeiende en enthousiaste inleiding door Jerry Korsmit helemaal tot leven gewekt. Een schitterend begin van een januarimaand vol Engelse muziek. Dat smaakt naar meer!

Elly Rozinga

Geen reacties op "Terugblik: Purcell, genie tussen kerk en majesteit"


    Plaats een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.