Terugblik: Bloemrijk Rameau
Bloemrijk Rameau luidt de titel van de laatste muzieksalon van dit seizoen. Nou, Rameau zit zeker volop in de bloementuin op het mooie affiche. Terecht dat Jetje de maker hiervan Matthijs van Son eens zelf in het zonnetje zet. Samen met Tjeerd Knoop verzorgt hij al jaren de zeer kleurige aankondigingen van de salons. En daarbij is hij ook de webmaster. Onontbeerlijk in deze tijd. Maar Jean Philippe Rameau, een tijdgenoot van Bach, Händel en Scarlatti, begint zijn leven helemaal niet zo glorierijk. 40 jaar lang heeft hij een zwervend bestaan als organist in Dijon zijn geboorteplaats, in Clermont, in Parijs en weer terug in Clermont. Maar in al die jaren houdt hij zich wel intensief bezig met de muziektheorie. Wat uiteindelijk uitmondt in heel wat baanbrekende publicaties. Jetje vertelt het bijzondere levensverhaal van deze inmiddels beroemde Franse componist, waarbij steeds een optreden van een goed op elkaar afgestemd trio: Rogier de Pijper fluit, Astrid Schijns cello en Jetje van Wijk op klavecimbel het verhaal muzikaal illustreren.
Op zijn 40e levensjaar vestigt Rameau zich opnieuw in Parijs en gaat hij muziek componeren voor de kermis in Saint-Germain met volkse pikanterieën voor clowns en acrobaten.
Maar hij krijgt ook serieuze leerlingen, wat hem een huwelijk met een 19-jarige én een mecenas oplevert: de superrijke belastinggeneraal van het hof. Als het meesterwerk ‘Traité de l’Harmonie ‘wordt gepubliceerd breekt de bloemrijke tijd voor Rameau nu werkelijk aan. Zijn publicaties zijn de bouwstenen voor de huidige muziektheorie. Werd er in zijn tijd de muziek nog vooral gecomponeerd op de grondtonen van de baspartij, Rameau bedenkt de omkeerbaarheid van de akkoorden, waardoor de tussenstemmen eveneens aandacht krijgen. In de laatste 40 jaar van zijn leven componeert hij talloze opera’s en is hij met zijn klavecimbelcomposities ook de grondlegger van de kamermuziek. En daar mogen we in deze salon volop van genieten.
Gespeeld wordt een zorgvuldige selectie uit de ‘Cinq pièces de clavecin en concert’. Met titels als ‘La Timide” of ‘Tambourin’, ‘La Pantomime’en zelfs een componistennaam als titel. De combinatie van fluit, cello en klavecimbel blijkt een uitstekende klankmelange voor deze galante muziek. Rameau had zich ook verdiept in de versieringen, zo passend bij barok en rococo. En zo horen we de vingervlugge verfijnde trillers, glissando’s en loopjes. Soms dansante met opgewekte ritmische reeksen, soms met een melancholische ondertoon bij zangerige melodieën.
Om toch een tipje van de sluier van zijn opera’s door te geven krijgen we nog filmbeelden te zien van o.a. de balletopera ‘Les Indes galantes’. Maar de verrassing van de middag is toch wel dat de beroemdste canon, bekend over de hele wereld – Vader Jacob – bedacht is door Rameau!
Rameau heeft niet alleen roem meegemaakt, er barstte een vreemde tweestrijd los tussen aanhangers van de beroemde voorganger Lully en de bewonderaars van Rameau. En ook J.J.Rouseau zorgde voor narigheid uit wrok. Maar in de Franse muziekgeschiedenis bekleedt hij nu een vooraanstaande positie, samen met Berlioz en Debussy.
Terwijl Rameau voor tokkelende klavecimbel bleef componeren, had Christofori al in 1709 de pianoforte uitgevonden. Kennelijk was dat in Frankrijk geheel onbekend gebleven. Jetje vertolkt nu op de vleugel de ‘Gavotte in cis dur’. Als Rameau dit nu ook zo mooi had kunnen beluisteren dan had hij zeker geweten dat zijn composities ook met moderne instrumenten van blijvende waarde zijn gebleven.
Elly Rozinga.
Plaats een reactie