Terugblik: Matthäus-Passion nader bekeken

Wat is er nu belangrijker in dit meesterwerk van J.S. Bach? Gaat het om de tekst of om de muziek? Of gaat het erom dat deze elkaar juist moeten versterken. We kunnen het Bach niet meer vragen en dat levert dan ook vele interpretaties op. Iedere dirigent zoekt in de partituur naar de ultieme balans en dan kunnen bijvoorbeeld tempoverschillen of het gebruik maken van authentieke instrumenten een enorm verschil maken.

De Matthäus gaat over verdriet, over lijden en over troost. Hoe ervaar je schoonheid in verdriet? Volgens de beroemde dirigent J.E. Gardiner kun je ondanks alle uitputtende studies nooit helemaal doordringen tot de kern van deze passiemuziek. Bachs geest gaat het bevattingsvermogen van ieder van ons ver te boven. En daarom blijft Bach zo boeien, worden er boeken vol over hem geschreven (de nieuwste van de hand van Maarten ’t Hart) en daarom is deze muzieksalon dan ook weer zo boeiend om de bevlogen dirigent Lex Wiersma te horen vertellen hoe hij de Matthäus beleeft en doorgeeft.

Bach leefde met het kerkelijke jaar en componeerde iedere week een cantate, behorend bij de kerkkalender. Wiersma vertelt dat het al vanaf de 4e eeuw gebruikelijk was om in de Goede Week door diakens evangelieteksten te reciteren. Zo was het ook gebruikelijk om op Goede Vrijdag het passieverhaal te vertolken in de Thomaskirche te Leipzig. In zijn tijd waren er al meerstemmige Passionen gecomponeerd en het is dan ook vanzelfsprekend dat Bach er twee componeerde: één naar het evangelie van Johannes en één dus naar het verhaal van Matthäus. Lex Wiersma neemt de luisteraars mee naar dit laatste verhaal.

Met mooie beeld- en geluidsfragmenten krijgen we een dieper inzicht hoe magistraal alles bedacht is. Niets is zomaar, alles, elke rol heeft een eigen stem met zorgvuldig toegepaste instrumentatie. Bach gebruikt voor de koralen bestaande liederen uit de Lutherse liturgie, zij vormen de pijlers van de Passion. Wiersma laat ons geconcentreerd luisteren hoe de twee koren samenklinken of juist tegen elkaar opbieden, immers de koren vertolken de stem van het volk. Bach beschikt in zijn tijd over de best geschoolde jongensstemmen uit de Thomasschule. Ook vanuit de Italiaanse traditie komt het gebruik van twee koren voort. De muziek overspoelt hiermee de luisteraar, een bijna psychedelische ervaring.

De sopranen vertolken de onschuldige gelovigen, de alten de lijdende moederfiguur, de tenoren zijn de strijdvaardige helden en de bassen verbeelden de mens. Uit het eerste koor rekruteert Bach de solisten die Petrus, Judas of Pontius Pilatus verbeelden. De evangelistenpartij wordt altijd ondersteund door een orgel, een contrabas en een cello. Deze moet immers goed verstaanbaar zijn. Jezus wordt juist begeleid door de strijkers, net als in de Italiaanse muziektraditie, waar de koningsrollen ook zo werden ondersteund. Alleen bij de laatste woorden aan het kruis zwijgen de strijkers en horen we alleen nog het orgel. Alle recitatieven, de aria’s slaan een brug tussen de actie van het verhaal, zij vertolken de gemoedstoestand van de luisteraar. Bach gebruikt bewust de driekwartsmaat: immers hierin is de heilige drie-eenheid te horen.

En dan, na deze uitstekende uitleg, ontstaat toch de vraag: wat is nu het mooiste deel van dit meesterwerk? Toch de aria ‘Erbarme dich’? Of toch ‘Komm süsses Kreuz’? Of moet je gewoon niet kiezen maar je mee laten voeren met deze magistrale muziek. Daar heeft Lex Wiersma ons weer helemaal enthousiast voor kunnen maken.

Geen reacties op "Terugblik: Matthäus-Passion nader bekeken"


    Plaats een reactie

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.